Wat als het om Israël of Oekraïne ging?
Waarom het Westen India en Pakistan laat stikken
Er ontploft iets in Kashmir, burgers sterven, straaljagers scheren over de grens, en ineens staat de wereld stil, maar niet van actie, nee, van passiviteit. Geen spoedzitting van de NAVO, geen solidariteitsmarsen met vlaggen en gezang, geen Amerikaanse president die zich stevig uitspreekt zoals dat bij eerdere conflicten wél gebeurde. Geen enkele leider die deze keer roept: “We stand with Srinagar.” De Verenigde Staten zitten in de toeschouwerstoel, popcorn in de hand, terwijl India en Pakistan opnieuw gevaarlijk dicht tegen een nucleair potje Russische roulette aanschuren. En de rest van het Westen? Die fluistert iets over diplomatie, drinkt een slok wijn en kijkt weg. Want het is Zuid-Azië, geen Europa. En het zijn geen Joodse of blanke burgers die sterven.
Waarom deze opvallende stilte? Waarom geen miljardenpakketten, geen antiraketsystemen, geen hulpvluchten vol noodhulp? Waar zijn de hashtags? Waar is de verontwaardiging? Waar zijn de presidenten die verklaren dat dit “een aanval op de democratie” is? Of telt dat narratief alleen als het om Oekraïne of Israël gaat? Laten we het beest gewoon bij de naam noemen: het Westen hanteert een meetlat die van kleur, belang en mediawaarde aan elkaar hangt.
Toen Rusland Oekraïne binnenviel, duurde het nog geen 24 uur voor het Westen op volle toeren draaide. De miljarden rolden, de sancties vlogen om je oren, het westen veranderde tijdelijk in een open wapenmarkt voor Kyiv. Terecht? Misschien. Maar het contrast met de huidige India-Pakistan-crisis is pijnlijk. Hier gaat het om twee kernmachten, een regio met meer dan een miljard mensen, en een sluimerende oorlog die elk moment kan ontsporen. Toch is er geen sense of urgency. Geen vliegtuigen vol hulp, geen wereldleiders die zich verdringen op een vliegveld. Alleen maar stilte. Beheerst. Voorzichtig. Afwachtend. Hypocriet.
En dan Israël. Als er één raket op Tel Aviv valt, gaan de wereldleiders op scherp. De pers spreekt over “het bestaansrecht van Israël”, over “barbarij”, over “terrorisme.” Binnen een week rollen de dollars, schieten de wapens de lucht in en ligt er een resolutie klaar. Dat is blijkbaar wél urgent. Maar als er 26 doden vallen in de Baisaran-vallei in India, inclusief vrouwen en kinderen, dan is het ‘complex’ en ‘gevoelig’ en moet ‘iedereen zich rustig houden.’
Wat als India nu Israël was geweest? Wat als Pakistan een Palestijnse organisatie was? Dan hadden we wéér talkshows vol Israël-experts gehad, vlaggen bij stadhuizen en een Amerikaanse luchtbrug. Maar dit is India. En Pakistan. Twee landen waar het Westen nooit echt raad mee weet, behalve als ze er wapens aan willen verkopen. Of medicijnen. Of software. Of gewoon lekker goedkoop werk.
Het is niet dat het Westen niks kán doen. Het wil gewoon niet. Want betrokkenheid is selectief. En dat is geen nieuw fenomeen , het is een patroon. In Syrië? Te ingewikkeld. In Soedan? Geen belang. In Jemen? Liever stilletjes wapens aan Saoedi-Arabië verkopen. Maar Oekraïne? Israël? Dat zijn ‘onze mensen’, daar zit de emotie, de herkenning, de geopolitieke waarde. Dus daar grijpen we in. Daar sturen we geld, wapens, journalisten, empathie.
Wat India betreft: de Verenigde Staten hebben een ongemakkelijke relatie met Modi. Ze hebben hem nodig tegen China, maar willen ook niet te dichtbij komen vanwege mensenrechtenkwesties. En Pakistan? Dat is de eeuwige geopolitieke joker, altijd net belangrijk genoeg om niet te vergeten, maar nooit belangrijk genoeg om echt voor te vechten. Het gevolg is een stilte die oorverdovend is, en een risico dat angstaanjagend is. Want als deze situatie uit de hand loopt, praten we niet meer over drones of raketten. Dan praten we over nucleair vuur. En dan helpt er geen sanctiepakket meer.
En laten we eerlijk zijn: misschien is dit precies wat het Westen nu wil vermijden. Want het kost geld, aandacht, politieke moed. Oekraïne begint al moe te worden, Israël is al explosief genoeg. Nog een conflict erbij? Nee bedankt. Dus laten we Zuid-Azië gewoon even z’n eigen boontjes doppen. Tot het misgaat. Tot het de markten raakt. Tot er vluchtelingen voor de deur staan. Dán is het ineens urgent. Dán komen de grote woorden weer.
Het cynische is dat het Westen ondertussen wél blijft verkopen. Wapens aan India, hulp aan Pakistan. Een beetje van dit, een beetje van dat. Alsof het een schaakspel is en niemand echt hoeft te winnen, zolang de stukken maar blijven bewegen. Het humanitaire belang? Dat is marketingtaal voor wie zich nog moreel superieur wil voelen. In de praktijk regeert belangenpolitiek. En de boodschap is duidelijk: sommige levens zijn meer waard dan andere.
De vraag is dan ook niet wat er gebeurt tussen India en Pakistan, maar wat er niét gebeurt in Brussel, Washington en Londen. Geen ingrijpen. Geen betrokkenheid. Geen morele ruggengraat. Alleen maar statements die klinken als slap afkooksel van eerdere oorlogen: ‘we roepen op tot terughoudendheid’. ‘We volgen de situatie nauwlettend’. ‘We dringen aan op dialoog’.
Klinkt dat bekend? Het zijn de zinnen die politici gebruiken als ze het eigenlijk niet boeit, maar wel willen lijken alsof ze wakker zijn. De wereld kijkt weg. Omdat het makkelijker is. Omdat het verder weg is. Omdat de slachtoffers geen Europees paspoort hebben.
Terwijl de wereld zwijgt, sterven Indiase en Pakistaanse burgers. Langs de Line of Control nemen de spanningen toe, en niemand lijkt de vinger aan de knop te houden , behalve misschien die ene vinger, die veel te dicht bij een nucleaire knop hangt. Behalve dan die ene vinger, op die nucleaire knop. Maar ach, dat is vast overdreven. Toch?
Misschien is dit juist het moment waarop het Westen laat zien wie het werkelijk is. Niet door daden, maar door het opzichtig ontbreken ervan. Het zwijgt waar gesproken zou moeten worden, kijkt weg waar handelen noodzakelijk is, en kiest voor gemakzuchtige cynische afstand in plaats van voor politieke moed en verantwoordelijkheid.
Want als dit Israël was geweest, hadden we allang ingegrepen. Maar dit is Zuid-Azië. En daar gelden blijkbaar andere regels.
Dit is de wereldorde van 2025: een podium waarop moraal verhandelbaar is, en empathie uitsluitend wordt uitgedeeld aan wie in het juiste kamp geboren
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.