digitale druktemaker-koningsdag-26 april-

Koningsdag

Het is straks weer zover. Heel Nederland steekt zich in het oranje, alsof we met z’n allen meedoen aan een nationale clownswedstrijd. De vlaggetjes gaan uit, de tompoucen liggen klaar en de vrijmarkt wordt volgestouwd met spullen die zelfs de kringloop geweigerd heeft. Waarom? Omdat een familie, ooit gewoon net als wij, zichzelf een paar eeuwen geleden vreselijk belangrijk is gaan vinden. Welkom bij Koningsdag: het feest waarop we vieren dat iemand ooit besloot een kroon op zijn hoofd te zetten en te roepen: “Ik ben beter dan jullie.”

Het mooie is: niemand vroeg erom. Het volk had geen referendum gehouden, geen lief verzoekje ingediend. Nee, het was simpelweg slikken of stikken. En wie dat toen niet pikte? Die lag al snel zonder hoofd in de goot of bungelde als waarschuwing voor de rest. De monarchie is geen sprookje van nobel leiderschap. Het is een trucje, geboren uit machtswellust en angstzaaierij.

En om die macht veilig te stellen, hield men het lekker binnen de familie. Jawel, inclusief de nodige incestueuze uitspattingen. Alles om dat ‘blauwe bloed’ zogenaamd zuiver te houden. Alsof inteelt ooit iets puurs heeft opgeleverd, behalve scheve kinnen en koninklijke ongemakken. Misschien hebben ze tegenwoordig geen blauw bloed meer, maar blauwe ballen van het eeuwenlang binnen de eigen kring houden, dat lijkt aannemelijk.

Toch staan we anno 2025 nog steeds te applaudisseren voor deze dynastie. Willem-Alexander, onze koning, doet heus wel wat hoor: lintjes knippen, een symbolisch schepje in de grond steken (voorzichtig, want die rug), of een fles kapot gooien tegen een boot die meer kost dan een mensenleven ooit waard is. En laten we vooral niet vergeten hoe hij zich jaarlijks in zijn uniform hijst op Veteranendag. Niet omdat hij de modder van een slagveld heeft geroken, maar omdat het goed staat op de foto. Troosten? Ach, een klopje op de schouder van een veteraan zonder been is voldoende, toch? Daarna snel terug naar het paleis, waar de zwaarste strijd het kiezen van de juiste wijn bij het diner is.

Maar goed, dit weekend staan we weer met z’n allen te juichen. Niet voor onszelf, maar voor het sprookje waarin we gevangen zitten. We zingen het Wilhelmus een lofzang op onze Duitse roots en trouw aan de koning van Hispanje. Serieus, wie heeft dat bedacht? Een volkslied dat je identiteit verkoopt aan het buitenland. Maar niemand die erover nadenkt, want “het hoort nou eenmaal zo”. Traditie is in Nederland heilig, zelfs als niemand meer weet waarom.

Ik weet nog hoe ik als kind ook braaf mee deed. Mijn adoptieouders hadden me netjes geleerd dat het koningshuis belangrijk was. Dat je respect moest tonen voor mensen die toevallig in de juiste wieg waren geboren. Dus keek ik vol ontzag naar de troonrede, alsof die woorden iets met mij te maken hadden. Pas later besefte ik dat ik eigenlijk keek naar een toneelstuk waar ik nooit vrijwillig voor gekozen had.

Waarom bestaat er geen Burgersdag? Een dag waarop we de mensen vieren die wél werken voor hun geld, die hun rug écht breken op de bouwplaats of in de zorg, terwijl Willem zich zorgen maakt over het aantal knipbeurten dat hij nog moet doorstaan dit jaar.

Maar nee, wij mogen blij zijn dat we tweedehands troep mogen verkopen op de vrijmarkt terwijl de Oranjes weer een nieuw staatsbanket plannen. En als je daar iets van zegt? Dan ben je een zuurpruim, een spelbreker. Want je moet vooral meedoen aan het collectieve geheugenverlies dat Koningsdag heet.

Toch vraag ik me elk jaar weer af: als we vandaag de monarchie zouden uitvinden, zou iemand dit accepteren? “We geven één familie miljoenen, laten ze belastingvrij leven en applaudisseren omdat hun overgrootopa ooit handig was met een zwaard?” Je zou denken dat het satire was. Maar nee, het is onze realiteit.

Dus terwijl jij je oranje shirt aantrekt en je tegoed doet aan een tompouce, bedenk dan even waar je nu eigenlijk voor klapt. Niet voor nationale eenheid, maar voor een toneelstuk dat al eeuwen draait op automatische piloot.

Ik vier geen Koningsdag. Ik kijk ernaar zoals het is: een jaarlijks sprookje waarin de hoofdrolspelers al lang vergeten zijn dat het volk bestaat uit mensen, niet uit figuranten. En terwijl wij staan te zwaaien, telt de koning zijn zegeningen en zijn belastingvrije inkomen.

Dus mocht je Willem zien dit weekend, vraag hem dan even hoe zwaar die schaar nou écht is. En of hij last heeft van blauwe ballen na al dat nietsdoen.

Ennn… ben je ook in voor een dagje Burgerdag?

Omdat wij het hele jaar zwoegen voor hún luxe, lijkt het me niet meer dan eerlijk dat we één dag krijgen om onszelf te vieren. Geen lintjes doorknippen, geen koetsen, geen kroon op een hoofd maar gewoon een dag waarop de échte werkers in het zonnetje staan.
Stel je voor: Willem en Máxima op een kleedje, tweedehands spullen verkopen om hun eigen belastingvrije centen aan te vullen. De drie prinsessen achter een kraampje met oranje tompoucen, terwijl wij als burgers zwaaien… maar dan naar elkaar.

Eén dag waarop we niet applaudisseren voor een kroon, maar voor iedereen die dag in dag uit de echte lasten draagt.
Dus ja, ik ben in. Hoog tijd voor Burgerdag.

Want eerlijk is eerlijk: zonder ons, geen paleis om in te zitten.

©️Eveline Meijvogel

Toetje van Eveline

Mail Icon

Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha

Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.

Schrijf je in als je:

  • Genoeg hebt van lege updates
  • Soms wilt lachen én nadenken
  • Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak

Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.

Leave A Comment