Wie ik ben?
Wie ik ben? Iemand zonder opsmuk. Wat je ziet is wat je krijgt, en wat je krijgt is iemand die het leven voelt alsof er geen filter op zit. Ik ben hooggevoelig, wat in de praktijk betekent dat ik het leven beleef alsof de volumeknop altijd op standje 12 staat. Geuren, blikken, de toon van een mailtje van drie woorden: ik voel het allemaal, vaak voordat anderen het überhaupt waarnemen. Combineer dat met PTSS en je hebt een soort innerlijk alarmsysteem dat ook midden in een meditatieles nog aan gaat bij het geluid van een vallende paperclip. En ik heb een tong waar geen suikerrandje aan zit. Niet omdat ik bot wíl zijn, maar omdat ik niet weet hoe je eromheen praat als je het ook gewoon recht kunt zeggen. Mensen noemen me soms scherp, soms te direct, maar altijd eerlijk. En dat klopt.
Eerlijkheid is voor mij geen keuze. Het is een reflex. Een vorm van overleven.
Ik voel dingen sneller dan ik ze kan beredeneren. Gevoelens, spanningen, sfeerwisselingen, dubbele bodems in gesprekken, ik pik ze op alsof ze op mijn voorhoofd geprojecteerd worden. En dat is niet altijd handig. Maar het heeft me gevormd. Het heeft me geleerd om te luisteren naar wat er níet gezegd wordt. Om door te prikken waar anderen wegkijken. En om dat wat ik zie of voel ook gewoon uit te spreken. Niet als aanval, maar als spiegel. Niet om te kleineren, maar om iets in beweging te zetten. Soms schrik je van een spiegel. Dat is oké.
Ik heb nooit geleerd om luchtig te leven. Mijn hoofd kent geen standje ‘meh’. Als ik ergens ben, ben ik er helemaal. Als ik iets voel, voel ik het tot op het bot. En dat maakt het leven vermoeiend. Intens. Maar ook echt. Ik zie de dingen zoals ze zijn. Soms rauw. Soms belachelijk. En meestal met een knipoog. Want als ik iets geleerd heb, is het dit: humor is noodzakelijk. Niet als grap ten koste van een ander, daar doe ik niet aan. Maar als manier om het systeem te laten schudden. Om taboes te kraken. Om die muur van ongemak te doorbreken waar zóveel mensen zich achter verschuilen.
Ik maak grappen om ogen te openen, niet om mensen te raken. En als ik iemand per ongeluk raak, ben ik de eerste die het bespreekbaar maakt. Want dat is ook wie ik ben: iemand die altijd op zoek is naar echtheid. Naar contact zonder poespas. Naar woorden die ergens over gaan. En als ik die niet kan vinden in wat er wordt gezegd, dan maak ik ze zelf. In taal, in humor, in stiltes. Waar nodig.
Soms nemen mensen aan dat wie scherp is, automatisch hard is. Maar dat klopt niet. Mijn scherpte is niet om af te breken, maar om wakker te maken. Om te snijden waar het ettert. Niet om te beschadigen, maar om lucht te geven. En ja, dat kan confronterend zijn.
Maar als je iets niet durft aan te kijken, betekent dat nog niet dat het er niet is. Dus ik kijk. En ik zeg het. Op mijn manier. Met woorden die soms te snel zijn, maar nooit bedoeld om te kwetsen.
Ik neem het leven soms veel te serieus. Ik zie structuren waar anderen chaos zien. Onrecht waar anderen met hun schouders over ophalen. En ik heb lang gedacht dat dat een zwakte was. Dat ik ’te intens’ was. ‘Te gevoelig’. Maar inmiddels weet ik dat dit mijn kracht is. Dat ik zie wat anderen nog niet kunnen benoemen. En dat ik daarin niet hoef te verzachten, maar juist duidelijk mag zijn. Omdat het nodig is. Omdat iemand het moet zeggen.
Tegelijkertijd weet ik ook dat niets zwart-wit is. Dat humor heelt, ontspant, relativeert. En dus gebruik ik het. Droge humor. Sarcastisch. Soms met een snerp, maar nooit zonder doel. Niet om te kleineren, maar om iets in beweging te zetten. Altijd om lucht te brengen in het vastgelopen gesprek. Of gewoon om het systeem even een schop te geven. Want dat heeft het soms nodig. En als ik dat niet doe, wie dan wel?
Ik ben een paradox. Ik ben gevoelig tot op het pijnlijke af, en tegelijk vlijmscherp. Ik ben intens in mijn gevoel en koel in mijn analyse. Ik lach het hardst om mijn eigen pijn, en huil soms om een blik die niemand anders opmerkt. En ja, ik blaf weleens te hard. Mijn toon is niet altijd wat mensen gewend zijn. Maar het komt nooit uit kilte. Het komt uit betrokkenheid. Uit betrokken zijn bij de wereld, bij mensen, bij wat echt is.
Mijn inzicht komt niet uit studieboeken. Het komt uit het leven. Uit vallen, uit vluchten, uit overleven. Uit steeds weer opstaan en denken: oké, wat nu? En telkens weer terugkeren naar mezelf. Naar mijn kompas. Naar die stem die zegt: “Zeg wat je ziet. Zeg wat je voelt. Maar wees altijd zuiver.”
Dus ja, ik ben eerlijk. Misschien soms té. Ik ben scherp. Ik ben gevoelig. Ik ben moe van mensen die toneelspelen terwijl de wereld in brand staat. En ik ben altijd op zoek naar de kern. Naar waar het schuurt. Want daar begint het. Daar gebeurt het. Daar kun je ademen. Als je tenminste durft.
Ik schrijf, ik spreek, ik stel vragen die pijn doen en grappen die precies op het randje zitten. En ik meen het allemaal. Omdat ik niets half kan. Omdat ik geloof dat waarheid soms ruw is. Maar ruw met liefde, is nog altijd beter dan glad met leugens.
Dus als je iets van mij leest, hoor je misschien eerst de scherpte. Maar wie blijft luisteren, hoort ook de zachtheid. Die zit er niet ónder, die zit erdoorheen.
En dat ben ik.
Voor wie zich trouwens afvraagt of dit allemaal een symptoom is van ADHD, ASS, ODD, of een andere DSM-6-waardige afkorting: wees gerust. Geen enkele diagnose uit dat boek der gedragsstoornissen is ooit op mij geplakt. Al vraag ik me soms af of hoogbegaafdheid inmiddels als subcategorie is toegevoegd. Zoiets als: ‘GZ-03 overprikkeld, overdenkend en overduidelijk niet geschikt voor standaard hokjes’. Het zou niet misstaan tussen de rest.
Eveline☺️
Toetje van Eveline
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.