Narcisme is geen modewoord voor mensen die je irriteren
Het woord narcisme is populair geworden. Niet vanwege de inhoud, maar als gemakkelijk scheldwoord. Iemand ergert je? Narcist. Iemand zegt iets onhandigs? Narcist. Iemand reageert niet op je bericht? Ook een narcist. Alsof het een soort universele diagnose is die je uitdeelt zodra iemand je niet geeft wat je wilt. Het begrip wordt zo achteloos gebruikt dat de werkelijke betekenis verloren dreigt te gaan. En ondertussen weten maar weinig mensen wat narcisme echt inhoudt.
Een narcist is geen ongemakkelijke persoon met een mening. Ook niet die ex die vreemdging of een vriendin die even van de radar verdwijnt. Een narcist is iemand die opzettelijk je denken en voelen ondermijnt. Hij leest je als een boek, kiest z’n momenten slim en maakt zich onmisbaar. Eerst ben je gevleid, dan verward, en uiteindelijk volledig van jezelf vervreemd. Niet door geschreeuw, maar door slimme strategie. Hij voelt feilloos aan waar je kwetsbaar bent en sluit daar naadloos op aan. Wat begint als warmte en begrip, blijkt later slechts een investering in controle. Dat maakt het zo verwoestend. Niet de klap, maar de glimlach ervoor.
Mensen die echt slachtoffer zijn geweest van narcistisch misbruik lopen daar niet mee te koop. Ze gebruiken het woord niet in elke zin. Ze weten wat het is om gaslighted te worden, genegeerd en tegelijkertijd gecontroleerd. Ze hebben gezien hoe charmant een narcist zich naar buiten toe voordoet, terwijl hij thuis een oorlog voert die niemand ziet. Daarom blijven ze vaak stil. Omdat ze weten dat niemand hen toch gelooft.
De populariteit van narcisme als modeterm heeft ruimte geboden aan allerlei zelfbenoemde experts. Coaches, influencers en schrijvers presenteren het alsof het gedrag is dat je in drie stappen kunt herkennen. Maar daarmee wordt elke grens, elke ongemakkelijke confrontatie, gelabeld als psychisch geweld. Terwijl ongemak soms gewoon ongemak is. Soms zegt iemand nee. Soms hoor je iets wat schuurt. Dat hoort bij volwassen contact. En dat maakt de ander nog geen dader.
Het probleem is dat het woord narcisme inmiddels inflatie heeft ondergaan. Het wordt gebruikt als stopwoord. Iemand zegt iets onaardigs? Narcist. Iemand kiest voor zichzelf? Narcist. Zo blijft er niks over van de ernst van het echte probleem. En ondertussen lopen de echte narcisten gewoon door, onherkenbaar tussen de ruis. Want hoe meer mensen elkaar beschuldigen, hoe minder we nog zien wie de echte manipulator is.
Een narcist weet precies waar je zwaktes zitten en speelt daar bewust op in. Hij geeft je wat je mist, bevestigt wat je hoopt, en laat je geloven dat je veilig bent. Dat is geen toeval, maar strategie. Alles is gericht op controle. Op het moment dat jij denkt dat je gezien wordt, trekt hij het kleed onder je vandaan. Plots ben jij het probleem. Jij moet je aanpassen, jij bent te gevoelig, jij begrijpt het niet goed. Ondertussen blijft hij kalm, charmant en overtuigend, terwijl jij jezelf langzaam kwijtraakt.
Je vindt ze overal: in de zorg, het onderwijs, de politiek, de kerk en zelfs in de wereld van zelfontwikkeling. Ze passen zich aan aan elke omgeving. Ze vallen niet op door uiterlijk, functie of status. De één is extravert en luidruchtig, de ander stil en strategisch. Sommigen zijn innemend, anderen berekenend. Maar ze hebben altijd één ding gemeen: alles draait om hun belang. Mensen zijn geen mensen, maar middelen. En wie niet meer van nut is, wordt zonder pardon opzijgeschoven.
Daardoor verliezen échte slachtoffers hun stem. Hun verhalen worden minder geloofd, omdat iedereen wel iemand kent die ‘dat ook roept’. De pijn van echt narcistisch misbruik verdwijnt in het lawaai van mensen die het woord gebruiken als stoplap voor alles wat hen niet bevalt. En dus zwijgen de mensen die het echt hebben meegemaakt. Niet uit schaamte, maar omdat het steeds moeilijker wordt om nog serieus genomen te worden.
Woorden zijn bepalend, zeker als het om iets gaat dat levens kan ontwrichten. Een narcist herken je niet aan één opmerking of moment, maar aan een herhaald patroon. Manipulatie is geen incident, het is een strategie die zich langzaam opbouwt. Als je merkt dat je voortdurend twijfelt aan jezelf, steeds voorzichtiger wordt, je gedrag aanpast om conflicten te vermijden, en bang bent geworden om de waarheid te zeggen, dan is dat geen toeval. Dat zijn waarschuwingssignalen. Maar als iemand simpelweg een grens trekt of je confronteert met iets wat je liever niet hoort, is dat geen narcisme. Dat is volwassen communicatie.
Een narcist kent geen schuldgevoel. Hij wéét wat goed en fout is, maar het boeit hem niet. Niet omdat hij het niet begrijpt, maar omdat het hem niets doet. Zijn empathie is toneel: perfect gespeeld, vlekkeloos getimed, volledig nep. Wat eruitziet als betrokkenheid, is een tactiek om vertrouwen te winnen of medelijden te oogsten. Hij past zich moeiteloos aan aan wat jij nodig hebt om je veilig te voelen, maar alles is berekening. Als het hem beter uitkomt, keert hij zich tegen je en draait alles om. Hij wordt slachtoffer als hij grip verliest, redder als je hem dreigt los te laten, aanklager als je vragen begint te stellen. Alles draait om controle houden. Jouw behoeften, pijn of grenzen doen er niet toe. Jij bestaat alleen zolang je een functie hebt. En als je die functie verliest, verdwijn je. Niet met een klap, maar met een schouderklop. Je rol is uitgespeeld. Je staat er nog, maar je doet er niet meer toe.
Gooi het woord ‘narcist’ niet achteloos in het rond. Niet omdat je boos bent, niet uit wraak, en zeker niet om een ander de mond te snoeren. Dat is geen eerlijk gesprek meer, maar een poging tot karaktermoord. Het is ironisch dat precies dat het favoriete spel van een narcist is: taal gebruiken als wapen, etiketten inzetten als controle. Wie dat gedrag overneemt, herkent geen narcisme, maar kopieert het.
Wie echt met narcistisch misbruik te maken heeft gehad, weet dat het niets te maken heeft met drama of aandacht. Het is geen klapperend conflict of schreeuwend spektakel. Het is het langzame verdwijnen van jezelf. De stilte waarin je vragen blijft herhalen die geen antwoord krijgen. De eenzaamheid in gesprekken die nergens over gaan, maar alles van je vragen. De uitputting na elke ontmoeting, de angst om iets verkeerds te zeggen, de constante twijfel of jij gek bent geworden. Het duurt maanden, soms jaren, voor je doorhebt dat het niet aan jou ligt. En daarna begint het pas: het loskomen, het herstel, het terugvinden van je eigen stem. Dát is narcistisch misbruik. Niet een ongemakkelijke ontmoeting of een gebrek aan aandacht, maar een structurele afbraak van je fundament.
Wees eerlijk over wat je voelt. Kijk of je geraakt bent of gemanipuleerd en dat is niet hetzelfde. Een grens confronteert en manipulatie verwart. Als je dat onderscheid leert maken, ben je niet alleen duidelijker naar jezelf, maar ook veiliger voor anderen. Dat is volwassen reageren, ook als iets pijn doet.
Narcisme is geen universeel label dat je op elk moeilijk moment kunt plakken. Het is een giftig systeem dat zich vermomt als liefde, aandacht of zorg, maar ondertussen je hele fundament onderuit haalt.
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.