De hemel als pinautomaat?
Hoe het christendom wordt misbruikt voor financiële zelfverrijking
Er is een nieuwe economie in omloop. Geen Bitcoin, geen CO2-compensatiehandel, maar het zogenaamde “hemelse financiële systeem”. Volgens sommige christelijke ondernemers kun je toegang krijgen tot Gods schatkamer, waar geen inflatie is, geen belastingdruk en vooral: geen tekort. Wat moet je doen? Geloven, luisteren naar Gods instructies over hoe je moet sparen, geven, investeren én vooral: hun cursus kopen. De Bijbel wordt daarmee geen bron van troost of richting, maar gewoon een verdienmodel. En dat is precies waarom dit de boel stinkt.
Wanneer geloof marketing wordt
De tekst waarmee dit soort programma’s zichzelf promoten is altijd hetzelfde riedeltje: de wereld rooft je kapitaal, maar God wil dat je overvloed hebt. En daar zitten dan wat zorgvuldig geplukte bijbelverzen bij. “Alle goud en zilver is van God” (Haggai 2:9). “Hij bezit het vee op duizend heuvels” (Psalm 50). En natuurlijk: “Leg je schatten niet op aarde, maar in de hemel” (Mattheüs 6:19-34).
De truc is eenvoudig: men presenteert deze verzen alsof ze bewijzen dat God letterlijk financiële rijkdom wil geven aan wie Hem volgt. Maar wie de context leest, ziet iets anders. Haggai 2 gaat over de tempelherbouw en Gods belofte van toekomstige glorie — niet over persoonlijke bankrekeningen. Psalm 50 is een correctie: God hééft alles al, dus Hij heeft je offers niet nodig. En Matteüs 6? Dat is juist een oproep om je níet druk te maken over geld en bezit.
Theologie als verkooptruc
Het is verleidelijk. Zeker in een wereld waarin onzekerheid regeert, inflatie blijft stijgen en traditionele zekerheid zoals pensioen of woningbezit steeds minder vanzelfsprekend is. Als iemand dan roept dat je toegang hebt tot een hemelse economie zonder schaarste, waar alles voorzien wordt — ja, dan klinkt dat aantrekkelijk. Zeker als het verpakt wordt in termen als “Gods plan voor jouw bedrijf” of “geloofsondernemerschap”.
Maar wat hier gebeurt is geen geloofsverkondiging. Het is verkoop. De hemel wordt verkocht als alternatief financieel systeem, en wie écht gelooft, moet investeren. In cursussen, e-books, workshops. Waarin je leert hoe je moet geven, sparen, investeren en zelfs lenen “op Gods manier”. Alsof God een spreadsheet heeft.
De vis met de munt: over misbruik van verhalen
Een vaak gebruikt voorbeeld is het verhaal uit Matteüs 17, waarin Jezus belasting betaalt met een munt die uit de bek van een vis komt. Dit wordt aangehaald als bewijs dat geld beschikbaar komt wanneer je in geloof handelt. Maar de kern van dat verhaal is juist dat Jezus wil laten zien dat Hij vrij is van aardse verplichtingen, maar tóch vrijwillig betaalt uit respect, niet omdat Hij zich aan een financieel systeem onderwerpt. Het is geen les in ‘faith-based finance’, maar in bescheidenheid en verantwoordelijkheid.
Wie dat verhaal gebruikt om te verkopen dat God je zakken vult zodra je gehoorzaamt, doet hetzelfde als wat Jezus de geldwisselaars in de tempel verweet: geloof gebruiken voor eigen gewin.
Profetie als verdienmodel
Het meest zorgelijke element is misschien wel dat sommige christelijke coaches beweren dat je moet leren profeteren over je bedrijf. Dat je zou moeten leren Gods stem te verstaan voor keuzes die je maakt in je bedrijf, ook financieel — alsof Hem volgen gelijkstaat aan goed zakendoen. Hier wordt profetie niet meer gebruikt om richting te geven aan een volk of levensweg, maar als winstoptimalisatie.
Dit is gevaarlijk terrein. Want wie bepaalt of die stem van God komt? En wat als het misgaat? Dan volgt de schuldvraag: je geloof was niet zuiver genoeg, je luisterde niet goed, je gaf niet gehoorzaam genoeg. Het financiële risico wordt zo ethisch gemaakt: als jij faalt, ligt dat aan jouw relatie met God. Dat is niet alleen theologisch krom, maar ook geestelijk schadelijk.
De geestelijke schuldenindustrie
De overeenkomst met het klassieke schuldevangelie is groot. Vroeger was het: als je bidt en braaf bent, redt God je ziel. Nu is het: als je investeert in Zijn systeem, redt God je saldo. En als je toch tekortkomt? Dan ligt het aan je geestelijke blokkade. Maar wacht — dat kun je verhelpen in een volgende betaalde module. Of een inner healing sessie. Of nog een coachingsgesprek. Zo wordt geestelijke groei verward met financiële afhankelijkheid.
Het is de perfecte businessformule: verkoop hoop, voeg schuld toe, en biedt vervolgens exclusieve toegang tot de oplossing. Precies zoals het in de commerciële wereld werkt. Maar dan met bijbelverzen.
Wat de Bijbel wél zegt over rijkdom
Wie eerlijk kijkt naar de Schrift, ziet iets anders. Jezus sprak vaker over de gevaren van rijkdom dan over de zegen ervan. “Je kunt niet God dienen én de Mammon” (Mattheüs 6:24). De jonge rijke man moest zijn bezit verkopen. Jakobus schrijft dat het goud van de rijken zal verroesten als bewijs tegen hen. En Paulus noemt geldzucht letterlijk “de wortel van alle kwaad” (1 Tim. 6:10).
Rijkdom is in de Bijbel geen teken van geloof, maar eerder een beproeving. En wie het evangelie gebruikt om financieel voordeel te verkopen, begeeft zich op glad ijs. Want: “Wees op je hoede voor hen die godsvrucht beschouwen als een bron van winst” (1 Tim. 6:5).
Geloof als excuus voor ongelijkheid
De echte schade zit dieper. Als je mensen vertelt dat financiële overvloed beschikbaar is voor wie maar goed genoeg gelooft, geef je impliciet de schuld aan wie tekortkomt. Armoede wordt dan een gebrek aan geloof, in plaats van een maatschappelijk of structureel probleem. En dat is levensgevaarlijk. Want zo verschuift verantwoordelijkheid van systeem naar individu, en van onrecht naar innerlijke blokkade.
Het ondermijnt solidariteit, het negeert ongelijkheid en het maakt geloof tot een meetlat voor succes. Waar Jezus juist opriep om los te laten, om te delen, om elkaar te dragen — wordt nu geleerd dat je geloof pas echt werkt als je bankrekening dat bewijst.
De ironie van de belofte
De grootste ironie? De belofte van “geen tekort in de hemel” klopt theologisch. Maar het punt is: dat gaat over vertrouwen, niet over saldo. Het gaat erom dat je als mens kunt rusten in het idee dat je waarde niet afhangt van bezit. Dat er genoeg is, zelfs als je weinig hebt. Dat je geen toegang hoeft te kopen tot Gods goedheid. Maar die boodschap verkoopt niet. En dus wordt ze vervangen door een aantrekkelijker verhaal met winstpotentie.
Wat kunnen we hiertegen doen?
We hoeven niet cynisch te worden over geloof. Maar wel over hoe geloof wordt misbruikt. Wie echt gelooft in gerechtigheid, in genade, in dienstbaarheid, zou zich moeten uitspreken tegen dit soort commerciële theologie. Geloof is geen abonnementsmodel. En God is geen financieel adviseur met een kortingscode.
Vraag jezelf altijd af: wie verdient eraan? Wordt er meer van je gevraagd dan vertrouwen? Wordt je hoop gekoppeld aan een betaalmuur? Dan is het geen evangelie, maar gewoon keiharde marketing. En dan is het tijd dat we dat hardop zeggen. Niet uit cynisme, maar omdat dit geloof onwaardig is.
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.