Omtzigt vertrekt
Wat betekent het als het politieke geweten stopt?
Pieter Omtzigt stapt uit de Tweede Kamer. Helaas, niet tijdelijk, niet als strategie, maar definitief. Voor wie al jaren de Haagse politiek volgt, komt dit als een dreun of voor sommige met gejuich. En voor wie hoop putte uit zijn vasthoudendheid, voelt het als verlies. Geen schandaal, geen druk van buitenaf, maar een eerlijke conclusie van iemand die alles gaf en leeg raakte. Zijn vertrek is geen voetnoot, het is een seismisch signaal in een Kamer die steeds vaker applaudisseert voor oppervlakkigheid en zwijgt bij diepgang.
Van dossiernerd tot dwarsligger
Pieter Omtzigt werd nooit gekozen om zijn charme. Ook niet vanwege mediagenieke optredens of slimme oneliners. Hij viel op door zijn inhoudelijke scherpte, zijn vasthoudendheid en zijn niet-aflatende behoefte om te weten hoe iets zit. Een Kamerlid dat documenten echt leest, vragen stelt die anderen niet stellen en blijft doorzoeken tot duidelijk is waar het fout ging. En dat maakte hem geliefd bij burgers en berucht bij bewindspersonen.
Hij was jarenlang de luis in de pels van ministers die liever wegkeken dan toegaven dat beleid mensen kapotmaakte. De toeslagenaffaire was het bekendste voorbeeld. Daar waar anderen wegdoken in framing en communicatieadviezen, bleef hij vasthouden aan de inhoud. Omdat hij geloofde dat de overheid er voor de burger moest zijn, niet andersom.
Het systeem tolereert geen mensen met geweten
Maar de Kamer is geen plek voor idealisten die niet willen meebewegen. Zeker niet voor mensen die de spelregels niet willen volgen. In Den Haag geldt: wie vragen stelt, belemmert de voortgang. Wie de waarheid boven loyaliteit zet, ligt eruit. En dat is precies wat Omtzigt jarenlang meemaakte. Niet openlijk, maar via het klassieke politieke gereedschap: negeren, isoleren, wegzetten als lastig.
Toen bleek dat hij gelijk had in de toeslagenaffaire, was het stil. Geen excuses van collega’s die eerder vonden dat hij overdramatiseerde. Geen publieke steun. Alleen een ongemakkelijke erkenning dat hij had gedaan wat zij hadden nagelaten.
Burn-out als symptoom van politieke onwil
De burn-out van Omtzigt was geen persoonlijk probleem. Het was een symptoom van een Kamer die structureel niet om kan gaan met tegenspraak. Een man die jarenlang vocht voor gerechtigheid, raakte uitgeput. Niet omdat hij zwak was, maar omdat hij te sterk was voor een systeem dat liever meebuigt dan verandert.
Hij kreeg te maken met bedreigingen, verdachtmakingen, framing en minachting. En terwijl zijn gezondheid verslechterde, bleef het politiek stil. Er was geen Kamerbreed statement, geen bescherming, geen verontwaardiging over hoe één van hun meest principiële collega’s onderuit werd gehaald.
Nieuw Sociaal Contract: een laatste poging
Met zijn eigen partij, Nieuw Sociaal Contract, probeerde Omtzigt opnieuw ruimte te creëren voor het geweten in de politiek. Geen snelle slogans, geen bekende gezichten, maar een roep om een andere bestuurscultuur. Niet als modewoord, maar als noodzaak. De peilingen waren hoopgevend. Burgers herkenden zich in zijn integriteit. Ze verlangden naar iemand die niet om de hete brij heen draaide.
Maar ook dat experiment liep vast. De partij groeide te snel, had geen structuur, en Omtzigt zelf bleek geen geboren partijleider. Hij was geen campagnevoerder, geen man van uithangborden, geen voorzitter die orde brengt in verdeeldheid. Hij was en bleef een vakman, geen politicus volgens het handboek.
Geen plaats meer voor inhoud
Zijn besluit om niet mee te doen aan de kabinetsformatie was logisch, maar pijnlijk. Omtzigt wilde de inhoud centraal stellen. Andere partijen wilden snel formeren. Hij weigerde om zich uit te spreken vóór of tegen PVV, omdat hij vond dat de kiezer recht had op duidelijkheid. Maar dat leverde hem vooral kritiek op. Van de media, van andere politici, en zelfs van mensen die hem eerder steunden. Omtzigt werd een obstakel, terwijl hij gewoon weigerde te marchanderen met zijn principes.
En nu, na maanden van zoeken en proberen, concludeert hij: het lukt niet. Niet op deze manier. Niet in deze context. Zijn gezondheid en de omstandigheden maken het onmogelijk om het werk te doen zoals hij dat wil.
Het probleem is niet Omtzigt, maar het systeem
De reflex zal zijn om dit neer te zetten als een persoonlijk verhaal. Een man die oververmoeid is, zich terugtrekt, en misschien ooit terugkeert. Maar dat zou te makkelijk zijn. Want het probleem ligt niet bij Omtzigt. Het ligt bij een politieke cultuur die mensen als hij niet verdraagt. Die alleen ruimte heeft voor wie zich schikt naar het spel. Die kritische geesten uitput, terwijl opportunisten floreren.
Wat zegt het over ons systeem dat iemand met zo veel kennis, betrokkenheid en integriteit het niet meer volhoudt? Wat zegt het dat een van de weinige Kamerleden die dossiers echt begreep, niet meer mee kan doen? Het zegt dat we in een decoratieve democratie leven, waarin inhoud zelden wint van beeldvorming.
Wat verliezen we nu?
Het vertrek van Omtzigt is niet zomaar een verlies van een zetel. Het is het verdwijnen van een moreel anker. Hij stelde vragen die niemand anders durfde te stellen. Hij beet zich vast in dossiers waar anderen over zwegen. Hij herinnerde de Kamer aan haar opdracht: controle, transparantie, en het belang van de burger boven het belang van de partij.
Wie doet dat nu nog? Wie vult dat gat op? Of moeten we accepteren dat dat soort mensen er simpelweg niet meer tussen past?
De rol van de kiezer
Het is verleidelijk om met de vinger te wijzen naar Den Haag. Maar kiezers dragen ook verantwoordelijkheid. Wij zijn degenen die stemmen op partijen met mooie praatjes en lege beloftes. Wij zijn degenen die politici beoordelen op televisiemomenten, niet op hun inzet achter de schermen.
Als we echt verandering willen, moeten we die ook ondersteunen. Niet alleen door te stemmen, maar door betrokken te blijven. Door vragen te stellen. Door inhoud belangrijker te maken dan uiterlijk vertoon. Door mensen als Omtzigt niet alleen te steunen als ze onder vuur liggen, maar ook als ze moeilijke keuzes maken.
Er is iets fundamenteels mis
Een Kamer waar mensen als Omtzigt uitvallen, en waar types met gladde praatjes moeiteloos overleven, is geen Kamer die werkt. Het is een toneel. En wij zijn publiek geworden. Lachend, klappend, zappend. Tot we zelf geraakt worden. Dan zoeken we iemand zoals Omtzigt. Maar misschien is het dan te laat.
Zijn vertrek moet niet worden weggewuifd. Het moet worden besproken, geanalyseerd, en gebruikt als aanleiding om het systeem te hervormen. Niet in praatgroepen, maar in daden.
Dus Pieter Omtzigt vertrekt, hij laat een leegte achter die niet zomaar op te vullen is. Niet omdat hij perfect was, maar omdat hij eerlijk was. En dat is zeldzaam geworden in de politiek. Hij stond voor iets en hij bleef staan, tot hij niet meer kon.
Als we daar niets van leren, dan hebben we hem niet alleen verloren. Maar dan hebben we ook niets begrepen.
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.