Wanneer ‘misschien’ gewoon ‘sloop’ betekent maar niemand het durft te zeggen
Je weet dat het menens is wanneer je een brief krijgt van de woningbouw en je instinct zegt: “O ja hoor, daar gaan we weer. Weet je nog die brief die ik eerder liet zien in mijn post” Geen duidelijke taal, natuurlijk niet. Nee, woningcorporaties zijn meesters in het schrijven van brieven die alles zeggen zonder íets te zeggen. Woorden als “onderzoek naar de toekomst”, “herstructurering” en “mogelijk scenario” dwarrelen over het papier alsof het vrijblijvende gedachten zijn. Maar als je, net als ik, inmiddels doorhebt hoe dit spelletje werkt, weet je: dat huis van mij heeft z’n langste tijd gehad.
Ik heb een expert ingeschakeld. Iemand die wél weet hoe je door wollig beleidstaal heen prikt. Die was kort maar krachtig: “Bereid je maar voor, dit gaat richting sloop.” Kijk, dát is tenminste duidelijk. Iets waar woningcorporaties een bloedhekel aan hebben. Ze houden liever alles vaag, zodat jij blijft hopen dat het wel meevalt. Totdat er ineens een brief komt waarin staat dat je binnen drie maanden mag opzouten omdat de sloophamer je nieuwe buurman wordt.
En dan begint het koor van goedbedoelde adviezen. Mensen die zelf veilig in hun koopwoning zitten of al twintig jaar dezelfde huurwoning hebben, roepen:
“Gewoon blijven zitten joh, straks krijg je een leuk bedrag om te verhuizen!”
Alsof ik voor de lol in onzekerheid ga zitten, elke dag afwachtend wanneer de volgende vage brief op de mat valt. Alsof geld het antwoord is op nachten wakker liggen en het gevoel dat je huis niet langer je thuis is, maar een aftelklok zonder einddatum.
De beste stuurlui staan aan wal, zeggen ze toch?
Nou, ik kan je vertellen: die wal zit vol mensen met goedbedoelde onzin. Mensen die denken dat huurbevriezing betekent dat je veilig zit. “Zie je wel, de huren gaan niet omhoog, dus je hoeft je geen zorgen te maken!” Nee hoor, de huren stijgen niet… totdat je huis ineens niet meer bestaat. Huurbevriezing is het cakeje bij de koffie terwijl ze de slopers al bellen.
Ik ben er klaar mee. Klaar met wachten op duidelijkheid die nooit komt. Klaar met het idee dat ik weer moet verhuizen omdat ánderen dat beslissen. Dat heb ik te vaak meegemaakt. Mijn leven is een aaneenschakeling van verhuisdozen omdat familie vonden dat voor hun leuker was. Beter voor wie? Niet voor mij in elk geval.
Dus nee, ik wacht niet tot de woningbouw eindelijk toegeeft wat ik al weet. Ik kies voor mijn rust. Voor controle over mijn eigen leven. En nee, dat betekent niet dat ik sta te springen om weer alleen een verhuizing te regelen. Want laten we eerlijk zijn: zelfs de sterkste vrouw ziet op tegen het vooruitzicht van schilderen, vloeren leggen en meubels sjouwen in haar eentje.
Ja, ik heb één maatje. Maar met leukemie ga ik die niet vragen om een laminaatvloer te komen leggen. En familie? Die is alleen nog terug te vinden met preken, niet als helpende hand. Dus het scenario is duidelijk: ik fix het zelf. Zoals altijd. Niet omdat ik wil, maar omdat het moet.
En terwijl ik me mentaal voorbereid op alles wat komen gaat, blijven mensen me aankijken met die blik van: “Ach, jij redt je wel, jij bent zo’n sterke vrouw.”
Ja hoor, mijn hoofd is sterk. Mijn tong ook. Maar mijn lichaam? Dat heeft te vaak de neiging om in staking te gaan zodra er iets fysieks in beeld komt. Helaas, ik heb deze eigenwijze onderdeel nog steeds niet onder controle.
Toch kies ik ervoor om nu te handelen. Door opzoek te gaan naar een woning. Niet te wachten op een zak geld die nooit opweegt tegen innerlijke onrust. Want laten we eerlijk zijn: wat koop je van dat verhuisgeld als je er mentaal aan onderdoor gaat? Juist, een nieuwe vloer voor een huis waar je geen energie meer voor hebt.
Dus voor iedereen die denkt mij nog even te vertellen dat ik moet afwachten: bespaar je de moeite. Ik ben allergisch voor “misschien valt het mee”. Dat mantra heeft me in het verleden nooit iets anders opgeleverd dan teleurstelling en last-minute stress.
Wat ik wél waardeer? Mensen die snappen dat hulp niet altijd in woorden zit, maar in daden. Niet in adviezen, maar in een kwast vasthouden of even die zware kast tillen zonder te vragen of ik het écht zelf kan. Want ja, ik kan het zelf, maar dat betekent niet dat ik het altijd wil.
Dus, mocht je dit lezen en denken: “Misschien kan ik iets betekenen zonder eerst een preek te houden over geduld en geld” dan zit je goed. Kom langs als ik het verlossende antwoord heb op een nieuw adres, help een handje, of breng koffie en koekjes terwijl ik mopperend een vloer leg.
En ja, ik mopper. Natuurlijk mopper ik. Ik ben tenslotte geen robot. Maar achter dat gemopper zit iemand die gewoon probeert overeind te blijven in een wereld waar zekerheid steeds meer een luxeproduct is geworden. Iemand die niet wil horen hoe ze het ‘beter kan aanpakken’, maar die gewoon hoopt dat er nog mensen rondlopen die snappen dat je soms geen advies nodig hebt, maar een extra paar handen.
Dus, mocht je nu denken: “Die vrouw verdient beter dan alleen maar complimenten over hoe sterk ze is” , dan heb je gelijk. En weet je wat? Ik ben de beroerdste niet. Als je komt helpen, word je niet alleen getrakteerd op koffie (oké, misschien oploskoffie, maar hé, het gaat om het gebaar), je krijgt ook eeuwige dankbaarheid en een lofzang waar je u tegen zegt. En, nee… ik ga niet werkeloos toekijken.
Want ja, ik red me wel. Maar zelfs ik weet: soms is ‘samen’ gewoon net iets minder zwaar dan ‘alleen’. En nu is eerst even wachten… niet mijn sterkste punt. Op een adres en sleutel. Wetend dat er hulptroepen klaar staan, dat zou mij een enorme rust geven.
Toetje van Eveline
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.