column over vrijheid van meningsuiting-digitale drukte maker- column-laatste nieuws

Slachtofferrol, m’n neus: ik kijk gewoon goed

Ik ben gewoon scherpzinnig

Ze noemen het de slachtofferrol. Je stelt iets aan de kaak, legt een ongemakkelijke waarheid op tafel, en hup daar is het verwijt. “Doe niet zo zielig.” Of: “Ach, weer zo’n slachtoffer.” Niet omdat je jankend op een straathoek zit met een kartonnen bord, maar omdat je durft te zeggen dat er iets niet klopt.

Wat een geniale truc is dat eigenlijk. Iemand die iets blootlegt, framen als overgevoelig, als zuur, als iemand die het bij het verkeerde eind heeft puur omdat-ie het überhaupt benoemt. Want tja, als je ergens wat van zegt, zal je wel in een slachtofferrol kruipen, toch?

Nee. Ik ben geen slachtoffer. En jij ook niet. We zijn gewoon niet blind.

Ik verzin het niet, ik maak het niet groter dan het is, ik gebruik geen violen. Ik benoem wat er gebeurt. Wat al gebeurt. Wat je kunt nalezen, terugzien, voelen, herkennen. Wat overheidsrapporten bevestigen, wat slachtoffers vertellen, wat media brengen — maar zodra jij het op jouw manier zegt, met jouw woorden en jouw toon, ben je ineens dat ‘slachtoffertype’.

Wat dan wél? Moet ik eerst toestemming vragen bij het ministerie van Toegestane Kritiek voordat ik mag zeggen dat er iets misgaat in dit land? Of moet ik mijn toon eerst laten goedkeuren door een communicatieadviseur met een flip-over voordat ik iets mag publiceren?

De overheid stuurt persberichten uit. Campagnes. Slogans. Spotjes. Ze trekken miljoenen uit om mensen ‘bewust’ te maken. Tot jij, als burger, zegt: “Hee, wacht eens even, hier gaat iets fout.” Dan is het ineens lastig. Dan ben jij het probleem. Dan moet je je toon aanpassen. Of gewoon je mond houden.

Waarom mag de overheid zenden, maar mogen wij niet terugpraten? Waarom mag een journalist bij een grote krant een misstand benoemen en wordt hij geprezen, maar als jij het zegt op je blog of socials, ben je een zuurpruim met een slachtoffercomplex?

Omdat het controle geeft. Omdat het veel makkelijker is om iemand belachelijk te maken dan om naar de inhoud te luisteren. Het haalt de angel eruit. Tenminste, dat hopen ze.

Maar ik schrijf niet om sympathie. Ik schrijf omdat ik het niet níet kan. Omdat ik zie hoe systemen falen, hoe mensen kapotgaan, hoe er dossiers worden dichtgetimmerd met woorden als ‘pech’ of ‘eigen verantwoordelijkheid’, terwijl het fundament gewoon rot is.

Kritiek is geen klaagzang. Kritiek is geen huilie-huilie. Kritiek is niet: “Kijk mij zielig zijn.” Het is juist het tegenovergestelde: het is een poging om wakker te schudden, te benoemen, te stoppen met wegkijken.

En ja, misschien hebben we zelf ook een rol gespeeld in hoe ver het is gekomen. We hebben weggekeken. Geaccepteerd. Meegepraat. Geklikt. Geslikt.

Maar dat betekent niet dat je dan nu je mond moet houden. Integendeel. Het betekent dat je je bewust wordt. En daar iets mee doet. Niet om slachtoffer te zijn, maar om verantwoordelijkheid te nemen.

Wie écht niets doet, is de figuur die roept: “Waarom die slachtofferrol?” Die wil niet dat jij het systeem bevraagt, want dan wordt het oncomfortabel. Dan moeten ze zelf ook nadenken. En dat is moeilijk, want dat past niet in de dagelijkse flow van relativeren, grappen maken en niks veranderen.

Zodra jij ergens de vinger op legt, willen ze er een pleister overheen plakken en het slachtofferlabel op je voorhoofd drukken. Zodat ze jou niet meer serieus hoeven te nemen. Zodat ze door kunnen gaan alsof jij het probleem bent. Maar jij bént het probleem niet. Jij bent de spiegel.

En spiegels zijn irritant. Zeker als je jezelf liever niet ziet zoals je bent.

Nee, ik ben geen slachtoffer. Maar ik ben ook geen heilige. Ik ben geen moraalridder. Ik maak fouten, ik schiet tekort, ik zeg dingen soms te scherp of juist te laat. Daar ben ik niet trots op. Maar ik doe er wel wat mee. Ik leer. Ik luister. Ik spreek. En ik blijf schrijven.

En het mooie is: ik merk dat ik niet alleen ben. De reacties die ik krijg, de berichten, de herkenning dat is geen likken, dat is menselijkheid. Veel mensen zijn niet handig met woorden. Niet iedereen kan precies zeggen wat hij voelt. Maar als ik het dan opschrijf en iemand denkt: “Dát bedoel ik nou!”, dan heb ik gedaan wat ik moest doen.

Ik ben dankbaar voor die herkenning. Voor de mensen die reageren. Voor de volgers die geen hielenlikkers zijn, maar meeleven, meevoelen, meedenken. Mensen die misschien geen podium hebben, maar wél geraakt worden. Die bevestiging vinden. Of troost. Of simpelweg weten: ik ben niet gek. Ik ben niet de enige die dit ziet.

Dus nee, ik schrijf niet omdat ik zielig ben. Ik schrijf omdat ik niet zwijg. En wie dat verwart met slachtoffergedrag, heeft het verschil tussen klagen en kracht niet begrepen.

Ik ben geen slachtoffer. Ik ben de spiegel. En ik hoop dat jij durft te kijken.

 

Toetje van Eveline

Mail Icon

Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha

Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.

Schrijf je in als je:

  • Genoeg hebt van lege updates
  • Soms wilt lachen én nadenken
  • Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak

Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.

Leave A Comment